- Frank den Hollander
Ik dacht eerst nog: moeten we ‘s mans privacy eerbiedigen… maar zijn naam is al meerdere malen gevallen in deze stukjes, dus ik noem het beestje bij de voornaam: Hessel.
Jij moet in jouw indrukwekkende archief maar eens opzoeken wanneer Hessel bij ons elftal kwam, Wim; ik schat dat het zo ergens vroeg in de jaren negentig was, aangezien hij ook mee was naar het eerste tornooi in Schellebelle.
Hessel was (is!) een robuuste Groninger met het uiterlijk van een vervaarlijke Hell’s Angel. Hij had op een scheepswerf gewerkt als lasser, ergens richting Foxhol, maar zat nu ‘in de ziektewet’. Dat weerhield hem er niet van onze keeper te worden. En een goeie ook! Of het kwam door zijn ruige voorkomen, weet ik niet, maar het zal vast van invloed zijn geweest op zijn statistieken: als een jong spitsje door onze verdediging brak en maar even een fractie van een seconde dacht aan scoren, was hij die ambitie meteen vergeten op het moment dat keeper Hessel brullend uit het doel op hem af kwam rennen, de lange haren bijeengehouden in een witte haarband, decennia voor Memphis Depay dat idee jatte.
Hessel woonde in het Oude Rooms Katholieke Ziekenhuis, het grote kraakpand aan de Verlengde Hereweg in Helpman. Hij nodigde het elftal een keertje uit in zijn enorme woonkamer (vroeger vast een ziekenkamer met zes bedden geweest), waar we met open mond zaten te staren naar de forse waterbak in het midden, waarin… een haai zwom. Hessels huisdier.
Het ging goed met ons elftal, we beleefden een leuk seizoen, wonnen ook best vaak, mede dankzij Hessel natuurlijk, de woeste sluitpost in de goal. Niet dat hij goed op zichzelf paste; ik herinner me een wedstrijd waar we vlak voor half drie op het veld stonden – zonder keeper. Waar was Hessel? Maar zie: precies op tijd kwam hij het veld op rijden op zijn stoere motorfiets. Hij parkeerde het gevaarte achter de goal en stond exact om half drie, met flinke kater, tussen de palen.
Aeilko had goede contacten bij de Groninger Gezinsbode, waar ze de rubriek Elftal van de Week hadden. Daar moesten we natuurlijk in! Er kwam een fotograaf, maar toen we na de wedstrijd een elftalfoto wilden maken, haakte Hessel af: hij zat immers in de ziektewet, en als zijn werkgever in Foxhol zag dat hij op zaterdag gewoon op het voetbalveld stond, zwaaide er wat…
Ik twijfelde of ik deze anekdote moest vertellen, maar dit hele geval is inmiddels al lang en breed verjaard ja. Bovendien stond Hessel later wel degelijk op de foto in de krant, zoals je hierboven ziet: in ons kampioensjaar durfde hij wel te poseren, zonder haarband nog wel.
Jij hebt al uitgebreid verteld over Hessels deelname aan het eerste Schellebelle-tornooi, Wim: dat hij met zijn poedie als enige in een hotel zat, dat hij de held van het tornooi was en iedereen hem op handen droeg… Ik kan me van dat weekend ook herinneren dat het verschrikkelijk regende, alle deelnemers zich hadden verschanst in de kantine, en dat Hessel op het toch al modderige veld na telkens een lange aanloop, enorme buikschuivers maakte, onder luid gejuich van de toeschouwers.
Een beetje droevig werden we toen Hessel met zijn Groningse ‘vrouwtje’ en hun pasgeboren baby naar Oldehove verhuisde. We zochten hem daar op en zagen hoe hij verpieterde in het nieuwbouwwijkje, verteerd door heimwee naar het ORKZ en naar de Singelier, de kroeg waar hij achter de bar had gestaan en wij hem na de training vaak opzochten.
Inmiddels is die ziektewet verleden tijd. Hessel werd zzp-er, adverteerde in het Helpman-blaadje met zijn las-kunsten, en rijdt nog steeds door de stad met een busje met opschrift:
FERRO – NON FERRO.
Hij schijnt nog steeds in het ORKZ te wonen, het gaat goed met hem. Onze elftalkameraad Peter heeft hem jaren geleden een mooie pergola laten lassen in de tuin. Ik hoop Hessel nog eens tegen te komen in Helpman, en dat hij me dan als vanouds hard op de schouder slaat en uitroept:
HALLO GROTE VRIEND!